Voor mensen in armoede zijn de kansen om een steunend en duurzaam sociaal netwerk uit te bouwen doorgaans beperkt. Ze hebben vaak het gevoel er alleen voor te staan of kunnen niet altijd bij iemand terecht voor bijvoorbeeld de opvang van de kinderen, voor een verplaatsing naar de dokter, de mutualiteit of een administratieve dienst. Een steunend sociaal netwerk kan informatie en emotionele of praktische steun bieden. Het heeft een positieve impact op de draagkracht, het welbevinden en de levenskwaliteit.
De voorbije decennia zetten meer en meer diensten en organisaties in op netwerkversterking. Ze doen dat, al dan niet geïnspireerd door de vermaatschappelijking van de zorg, op verschillende manieren en vanuit verschillende referentiekaders.
Maar wat zijn de kritische succesfactoren en randvoorwaarden om de persoonlijke netwerken van mensen in armoede duurzaam te versterken? Dat onderzocht het Onderzoeksteam van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee) op vraag van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse overheid. Een analyse van een breed spectrum aan initiatieven uit het werkveld bracht het team tot zeven werkmodellen. Vanuit ervaringen van mensen in armoede, professionals en vrijwilligers, formuleren de onderzoekers enkele aandachtspunten voor het werkveld en de overheid.
Lees het artikel 'Van buddy tot community' van de hand van Kristien Nys, Imane Kostet, Joris Van Puyenbroeck en Inge Verhaegen uit VIEWZ 2018/3 hier en consulteer de staalkaarten van de verschillende werkmodellen op VIEWZConnect.