Een ruwe schatting geeft aan dat minstens 15.000 Bruggelingen vandaag moeilijkheden hebben om rond te komen. Om (eerste) hulp te bieden bij financiële zorgen door corona zet Brugge prioritair in op rechtenverkenning en doorverwijzing naar bestaande financiële rechten en hulp. Na een budgetonderzoek wordt bijkomend overgegaan tot intensievere begeleiding en extra financiële of materiële steun in diverse domeinen. Het eerste onthaal van het OCMW Brugge ontvangt veel meer aanvragen dan normaal. Tijdens corona waren er dit jaar 27% meer aanvragen in het algemeen en 56,5% meer aanvragen leefloon in vergelijking met vorig jaar.
Pablo Annys, voorzitter van het BCSD stelt dat de heropleving van de arbeidsmarkt tijd zal vergen, in het bijzonder voor mensen met een korte opleiding. Het is waarschijnlijk dat in de nasleep van de coronacrisis heel wat mensen, al dan niet na afloop van de tijdelijke werkloosheid, een beroep zullen moeten doen op de gewone werkloosheid of op het leefloon. Voor bepaalde gezinstypes zijn deze uitkeringen structureel ontoereikend. We verhogen de inkomensbescherming door de invoering van “REMI” (referentiebudget voor een menswaardig inkomen), in een eerste fase voor al wie een inkomen heeft gelijk aan het leefloon of de inkomensgarantie voor ouderen: dit wordt voor 2020 en 2021 geraamd op 735.000 euro. De raming REMI is nu gebaseerd op doelgroep leefloon. Het is de uitdrukkelijke ambitie om REMI blijvend in te voeren en dus ook voor de rest van de legislatuur te continueren.
Christian Fillet, adjunct-algemeendirecteur Brugge, bevestigt dat we nu het momentum van de coronacrisis aangrijpen om een nieuwe stap te zetten in de richting van structurele armoedebestrijding. Een vervangingsinkomen of leefloon is immers vaak te klein om een menswaardig bestaan te leiden. Dit inkomen houdt immers geen rekening met het bedrag voor vaste kosten. Het “REMI” of referentiebudget voor een menswaardig inkomen, ontwikkeld voor OCMW’s door de Thomas More-hogeschool, kan hiervoor een alternatief vormen. REMI berekent op maat van iedere, unieke cliëntsituatie het inkomen dat minimaal noodzakelijk is om menswaardig te kunnen leven. Dit referentiebudget wordt vergeleken met het reëel beschikbaar inkomen van de cliënt. Het verschil geeft het inkomen dat de cliënt extra nodig heeft, indien de inkomsten niet kunnen worden verhoogd en indien de vaste uitgaven niet kunnen worden verminderd. Er wordt ook een spanning voorzien met het minimumloon, om mensen te stimuleren naar werk. Een dergelijke investering in het werken met referentiebudgetten zou op korte termijn voor heel wat Bruggelingen het verschil kunnen maken tussen leven en overleven in onze stad. Op lange termijn wordt deze kost terugbetaald in een verminderde maatschappelijke kost overheen levensdomeinen (minder nood aan schuldhulpverlening, voedselbedeling, daklozenopvang, jeugdhulpverlening, woonbegeleiding, detentie …). De leefloonwet werkt met 3 categorieën leefloon: alleenstaande (39%), samenwonende (40%), persoon met gezinslast (21%). Gemiddeld heeft de groep alleenstaanden 85,20 euro per maand te kort, de samenwonende heeft gemiddeld geen tekorten (door minder vaste kosten), gezinnen hebben het het zwaarst met een gemiddeld tekort van 350 euro per maand.
Veerle Van Vynckt, adviseur welzijn, stelt dat waar in 2020 werd opgestart met leeflooncliënten en personen met een Inkomensgarantie Ouderen (IGO), men nu bekijkt om het aantal begunstigen stelselmatig uit te breiden. De extra aanvullende steun die we op die manier nodig hebben voor de komende twee jaren wordt geraamd op € 735.000 en voor de gehele legislatuur op € 3.115.000.
In het Brugse sociaal relanceplan werden er extra middelen voorzien voor 2020 en 2021 (735.000 € ). De volgende jaren van de legislatuur moeten nog gefinancierd raken door interne verschuiving van budgetten. Heel wat andere centrumsteden zoals Gent, Kortrijk en Roeselare gingen al aan de slag met REMI.